Handleiding voor veilig draadtrekken van bovenleidingen voor efficiënte constructie

October 26, 2025

Laatste bedrijfsnieuws over Handleiding voor veilig draadtrekken van bovenleidingen voor efficiënte constructie

Bovengrondse hoogspanningslijnen dienen als kritieke infrastructuur in moderne elektrische systemen en transporteren elektriciteit van centrales naar onderstations en eindgebruikers. Met de snelle sociaaleconomische ontwikkeling zijn de betrouwbaarheids- en efficiëntie-eisen voor de stroomvoorziening toegenomen. De constructie en het onderhoud van bovengrondse lijnen - met name het rijgen van geleiders - hebben direct invloed op de algehele systeemprestaties.

Het rijgen van geleiders vertegenwoordigt een van de meest technisch veeleisende fasen in de constructie van bovengrondse lijnen. Rijgblokken (ook wel geleiderloopblokken genoemd) komen naar voren als onmisbare apparatuur tijdens dit proces, en functioneren zowel als ondersteuningsmechanismen als directionele geleiders die de operationele veiligheid en efficiëntie garanderen.

Hoofdstuk 1: Definitie, functies en historische evolutie
1.1 Definitie

Rijgblokken zijn gespecialiseerde hulpapparaten die worden gebruikt in projecten voor bovengrondse transmissielijnen. Deze blokken bestaan uit gegroefde schijven (wielsporen) die in een frame zijn gemonteerd en ondersteunen en geleiden geleiders, optische aarddraden (OPGW) of afschermdraden tijdens de installatie. De blokken worden meestal via haken, klemmen of draaibare ringen aan dwarsarmen gehangen en zijn voorzien van voeringen van nylon, aluminiumlegering of polyurethaan om de wrijving te minimaliseren en schade aan het geleideroppervlak te voorkomen.

1.2 Kernfuncties
  • Draagvermogen: Ondersteunt het gewicht van de geleider om contact met de grond te voorkomen
  • Directionele controle: Handhaaft de juiste uitlijning tijdens de installatie
  • Wrijvingsreductie: Rollende schijven verminderen de trekkracht
  • Oppervlaktebescherming: Voeringsmaterialen voorkomen slijtage
  • Veiligheidsverbetering: Stabiliseert het rijgproces
1.3 Technologische vooruitgang

Vroege ontwerpen kenmerkten eenvoudige stalen units met één schijf voor kleine geleiders. Naarmate de transmissiespanningen en -capaciteiten toenamen, evolueerden configuraties met meerdere schijven (dubbel, drievoudig en viervoudig) om gebundelde geleiders te accommoderen. Materiaalinnovaties introduceerden nylon/polyurethaan voeringen en schijven van aluminiumlegering, terwijl gespecialiseerde varianten opdoken voor OPGW, rivierovergangen en hoekmasten.

Hoofdstuk 2: Classificatie en technische kenmerken
2.1 Blokken met één schijf

Basisunits voor enkele geleiders of pilotlijnen. Voordelen zijn onder meer een lichtgewicht constructie en lage kosten.

2.2 Blokken met dubbele schijf

Ontworpen voor configuraties met dubbele bundels, waardoor de installatie-efficiëntie wordt verbeterd door gelijktijdige geleiderbehandeling.

2.3 Blokken met drievoudige/viervoudige schijf

Essentieel voor geleiders met drie/vier bundels in transmissie met hoge capaciteit, waardoor de lijnreactantie wordt verminderd.

2.4 Pilotlijnblokken

Compacte units voor de initiële installatie van trekkoorden voorafgaand aan het rijgen van geleiders.

2.5 Gespecialiseerde varianten
  • OPGW-blokken: Bevatten beschermende voeringen voor delicate glasvezelkabels
  • Rivieroversteekblokken: Beschikken over extra grote schijven om de doorbuiging te minimaliseren
  • Hoekblokken: Zware ontwerpen met verbeterde draaimechanismen
Hoofdstuk 3: Selectiemethodologie
3.1 Geleiderspecificaties

De groefdiameter van de schijf moet groter zijn dan 1,5 keer de geleiderdiameter, waarbij de voeringsmaterialen worden afgestemd op het geleidertype (nylon/polyurethaan voor ACSR/AAC, aluminiumlegering voor zware geleiders).

3.2 Bundelconfiguratie

De hoeveelheid schijven moet overeenkomen met het aantal geleiders per fase (enkel, dubbel, drievoudig of viervoudig).

3.3 Draagvermogen

De nominale werklast (RWL) moet de maximale trekkracht vermenigvuldigd met de veiligheidsfactor (2,5-3,0) overschrijden.

3.4 Schijfdiameter

Aanbevolen 30-40 keer de geleiderdiameter om de buigspanning te verminderen.

3.5 Structureel ontwerp

Vaste frames zijn geschikt voor tangentmasten; draaitype vereist voor hoekconstructies.

Hoofdstuk 4: Praktische toepassingsscenario's
Casestudy: 500kV viervoudige bundel

Voor ACSR 400mm² (26mm diameter) met 20kN spanning: 800mm viervoudig schijfblok met RWL >50kN en nylon voering.

Casestudy: Rivieroversteek

Enkele ACSR 240mm² (20mm) oversteek: 800mm enkele schijf met ophangframe en polyurethaan voering.

Casestudy: OPGW-installatie

15mm OPGW in bergachtig terrein: 500mm schijf met vezelbeschermende voering en een capaciteit van 25kN.

Hoofdstuk 5: Onderhoudsprotocollen
  • Regelmatige reiniging om verontreinigingen te verwijderen
  • Smering van lagers met door de fabrikant goedgekeurd vet
  • Structurele inspecties op slijtage/vervorming
  • Tijdige vervanging van versleten componenten
  • Juiste droge opslag wanneer niet in gebruik
Hoofdstuk 6: Opkomende technologieën

Toekomstige ontwikkelingen richten zich op lichtgewicht composieten, IoT-gestuurde conditiebewaking, modulaire ontwerpen, multifunctionele integratie en geautomatiseerde besturingssystemen.

Conclusie

De juiste selectie van rijgblokken vereist een uitgebreide evaluatie van technische parameters en omgevingsomstandigheden. Naarmate transmissienetwerken wereldwijd uitbreiden, zullen geoptimaliseerde rijgoplossingen cruciaal blijven voor de efficiënte en veilige ontwikkeling van de stroominfrastructuur.